SV | En Ik zeide tot ulieden: Ik ben de HEERE, uw God; vreest de goden der Amorieten niet, in welker land gij woont; maar gij zijt Mijner stem niet gehoorzaam geweest. |
WLC | וָאֹמְרָ֣ה לָכֶ֗ם אֲנִי֙ יְהוָ֣ה אֱלֹהֵיכֶ֔ם לֹ֤א תִֽירְאוּ֙ אֶת־אֱלֹהֵ֣י הָאֱמֹרִ֔י אֲשֶׁ֥ר אַתֶּ֖ם יֹושְׁבִ֣ים בְּאַרְצָ֑ם וְלֹ֥א שְׁמַעְתֶּ֖ם בְּקֹולִֽי׃ פ |
Trans. | wā’ōmərâ lāḵem ’ănî JHWH ’ĕlōhêḵem lō’ ṯîrə’û ’eṯ-’ĕlōhê hā’ĕmōrî ’ăšer ’atem ywōšəḇîm bə’arəṣām wəlō’ šəma‘ətem bəqwōlî: |
En Ik zeide tot ulieden: Ik ben de HEERE, uw God; vreest de goden der Amorieten niet, in welker land gij woont; maar gij zijt Mijner stem niet gehoorzaam geweest.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Ik zeide tot ulieden: Ik ben de HEERE, uw God; vreest de goden der Amorieten niet, in welker land gij woont; maar gij zijt Mijner stem niet gehoorzaam geweest.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!